Uit de trein gezet

CulemborgUit de trein gezet 

Okay, het is natuurlijk allemaal weer mijn eigen domme schuld, zoals mijn lieve familieleden me vol enthousiasme inpeperen, maar toch…Trouwens alles in het leven is je eigen schuld. Had je maar niet als overactief ADHD spermaatje zonodig als eerste bij die eicel moeten zijn. Zo is het toevallig ook nog es een keer.

Hoe dan ook, picture this: een klein stationnetje in Tiel. Ik kom aangelopen. Heb net een sollicitatiegesprek achter de rug. Want, weet u nog? Ik zoek werk…Ben ontslagen na reorganisatie…Nu niet meteen in de lach schieten omdat ik 57 ben en ondanks mijn leeftijd blijf geloven dat het mogelijk is om een nieuwe baan te vinden. Yes, I can. Echt, echt, echt!

Wat doe ik op dat stationnetje in Tiel? Inchecken natuurlijk. Hup die kaart erin en opschieten want de sprinter staat klaar en welke Amsterdammer wil langer in Tiel blijven dan strikt noodzakelijk? Maarrrrr…ik heb te weinig saldo op mijn kaart. Inchecken lukt niet. Een groots en dramatisch dilemma dient zich aan. Moet ik mijn kaart bijladen en de trein missen, of…? Wat zou u doen? Ja hoor…u zou natuurlijk opladen. U wel, ja! Maar ik…ach ik ben die dikke werkloze ikke van Rutte (u weet wel) en wil mijn trein halen. Dus ga ik mijn droom achterna, zo hoort het tegenwoordig, en stap dat perron op waar de conducteur een sigaretje staat te roken in het zonnetje. Het gaat allemaal heel gemoedelijk in deze streken. Met een joviale groet, ben ook de kwaadste niet, wens ik hem een goede dag en stap ik in. Die heb ik in mijn zak, denk ik met grootstedelijke arrogantie. Die sufferd beboet mij vast niet.

Tot Culemborg gaat het helemaal goed. Juist wanneer ik zelf al bijna vergeten ben dat ik zonder geldig plaatsbewijs meereis, staat hij voor me. Dezelfde man van zoëven maar nu zonder die genietende rokersblik in zijn ogen. Achteloos reik ik hem mijn Ov-kaart aan en hoop nog even dat hij niet goed zal kijken of dat het apparaat zal haperen of de bovenleidingen weer es knappen. Of, of …

‘Waarom heeft u niet ingecheckt?’

‘Dat heb ik wel,’zeg ik en daar is geen woord van gelogen. Het ligt immers niet aan het inchecken maar aan het saldo.

‘Niet. Kijkt u zelf maar.’

Krijg je zo’n apparaat in je snufferd geduwd alsof het dan allemaal duidelijk wordt.

‘Tjeempie, hoe kan dat nou?’ roep ik en ga zo op in mijn rol dat ik oprechte verbazing voel.

Maar hij trapt er niet in, ons rokertje uit Tiel. Het bonnenboekje komt tevoorschijn. En die bonnen, weet ik uit ervaring, zijn pittig.

‘Kan ik bij u pinnen?’ piep ik om aan te tonen dat ik van goede wil ben ook al weet ik natuurlijk dat dit niet kan.

Inmiddels kijkt de hele coupe onze kant uit. Het rokertje uit Tiel maakt zich extra breed. ‘U moet eruit.’

Met zweet in mijn handen kijk ik naar buiten. Geen idee waar we zijn…Ergens in de provincie en dat is voor een Amsterdammer allemaal even erg.

‘Eruit,’ zegt hij nog een keer en bergt het bonnenboekje gelukkig op.

Wanneer de trein stopt, waag ik nog een laatste poging: ‘Als u even wacht, ben ik zo terug.’

Zonder te antwoorden, gebaart hij naar de deuren die net op dat moment openschuiven. Met pek en veren bezoedeld, zo voel ik me althans, verlaat ik de trein onder de stekende blikken van mijn medepassagiers. Station Culemborg, lees ik en stap uit. Kedekedeng, kedekedeng!

Vindt u dit blog leuk om te lezen? Claudia Biegel blogt regelmatig over wat ze meemaakt in deze dolgedraaide en 
voor haar onbegrijpelijke wereld. Via www.messcherpschrijven.nl kunt u zich abonneren op haar blogs.

9 comments

  1. Met vaart en humor geschreven, Claudia, leuk om te lezen. Vol herkenning ook, niet alleen alle situaties, maar ook de locaties. Dat Tielse stationnetje heeft het helemaal kennelijk, de andere kant ervan, Buitensporig, speelt een rol in mijn eerste roman (Sophie).

  2. Zo leuk dat je van een, voor ons afstandelijken, klein vergrijp een grappig verhaaltje weet te brouwen. Ook voor een Rotterdammer is Tiel een spookstad. Het is dat Flipje er vandaan komt maar van mij mogen ze dat gedeelte plat gooien.

  3. Goed stuk. Alleen een beetje te veel ‘kijk mij eens als echte Amsterdamse tussen het gepeupel in de provincie’. Maar verder leuk om te lezen.
    Ik ga je maar niet vertellen waar ik woon.

  4. Ja, zo gaat dat… Sneu! Maar goed dat je als senior toch niet wordt aangenomen en elke dag dat ellendige traject moet afwerken!

    Ik maakte eens hetzelfde mee, niet ingecheckt de trein in, alleen had ik wél saldo, en een fiets bij me die wel een kaartje had… Het was tussen Breda en Tilburg. Wat een zak van een conducteur. Ik had makkelijk op een van de vele stops in kunnen checken als meneertje had meegewerkt. Maar ja, de kans dat mijn dan fiets alleen en verlaten de reis voort zou zetten was niet bepaald ondenkbaar. Conducteurtje van dienst ging gelijk de spoorwegpolitie oproepen om me in Tilburg in de boeien te laten slaan of zo. Toen ben ik maar op een klein stationnetje er uit gegaan nadat ik de conducteur in kwestie gruwelijk heb uitgescholden. Maar het was niet aan hem besteed. Ik denk dat het dezelfde conducetur was. De enige conducteur die nog nooit is gemolesteerd door agressieve reizigers. Misschien moeten we nog een keer samen niet inchecken?

  5. Hihi…leuk en dramatisch tegelijk. 🙂
    Maar wat je siert is, dat jij nog een van de zeldzame bent, die zonder stennis uitstapt. Hulde! 😀 🙂

  6. Leuk Claudia.
    Leuk geschreven. En idd, mijn Culemborgse buurvrouw zegt altijd: ‘In Tiel, daar wil je zelfs je hond niet laten dekken…’

    Gelukkig ben je uit de trein gezet in Culemborg, sinds de Middeleeuwen een zogenaamde vrijstad, met eigen regels en dito rechtspraak. Culemborg, eigenzinnig mooi stadje aan de Lek, met grootstedelijke fratsen. Mochten je Amsterdamse voeten ooit nog eens ons binnenstedelijke plaveisel beroeren, dan hoop ik dat je er een column over zal schrijven. Gezien de grote hoeveelheid Ex-Amsterdammers dat in onze stad (meestal in de Ecowijk EVA-Lanxmeer) blijft hangen, moet het welhaast een positieve column worden.

Comments are closed.