Mijn confrontatie met de mediterraanse macho

Picture this: een klein mijnwerkers dorp in het zuiden van Sardinië dat nog nooit een toerist heeft gezien. Het huishouden waar ik te gast ben bestaat uit vader, moeder, dochter en zoon.

Dochter en ik slapen samen in kleine kamer – we houden de hele zomer ’s nachts een woordeloos gevecht. Zij doet ramen dicht en ik weer open. Vader is een uiterst vriendelijke zachtaardige man. Helaas is hij weinig zichtbaar. Voor zonsopgang gaat hij naar zijn werk en vroeg naar bed. Moeder is kattig, humeurig en snibbig. Maar een engel tegenover haar zoon. Dochter zie je over het hoofd. Ze praat heel zacht en is abnormaal klein vanwege dwerggroei. Zoon is onze prins. Mama strijkt zijn kleren – tot en met zijn zakdoeken. Dochter föhnt zijn haren.  O, ja zoon is werkloos en tegelijk de enige in huis die geen vinger uitsteekt. Ruimt vader in ieder geval zijn bord op na het eten: zoon niet.

Tot zover kan ik het allemaal hebben – tenslotte ben ik cultureel antropologe en op de hoogte van de familieverhoudingen in het Mediterrane gebied. Vooraf aan mijn onderzoek heb ik natuurlijk een groot aantal boeken bestudeerd -waaronder een paar standaardwerken. Ik ging goed voorbereid het veld in. Maar toch…Boeken bereiden je niet voor op samenleven met een tiran.

Televisie kijken 
Het is avond en we kijken televisie in de keuken: moeder, dochter en ik. Waarnaar weet ik niet meer, een telenovella waarschijnlijk. Hoe dan ook, we zitten helemaal in het verhaal en kijken ademloos naar de fratsen van een of andere walgelijke disfunctionele familie. Zoon komt thuis. Hij is weinig thuis en brengt zijn leven door in de bar van het dorp waar hij mij niet groet als we elkaar tegenkomen. Ook zijn zus groet hij daar niet. Zonder iets te zeggen, gaat hij zitten en nu komt het: hij pakt de afstandsbediening, zapt een paar kanalen af en eindigt bij een sportprogramma. Moeder mompelt wat, staat op en verdwijnt uit de keuken. Dochter en ik zitten er nog. Als twee wassen beelden. Na een paar minuten heeft hij ook genoeg van de sport en zapt verder. Ik gluur naar dochter. Zal ze iets zeggen? Alsjeblieft…zeg iets! Nee, niets. En ja, wat doe je dan als cultureel antropologische observator? Je blijft professioneel en doet er het zwijgen toe.

Confrontatie
Zoon is veel weg, dat zei ik al. Maar wanneer hij er wel is, vind ik zijn tirannieke zapgedrag steeds moeilijker te verdragen. Ik viel al een aantal keren uit mijn professionele rol door de dochter op te stoken. Of zij het ook niet hinderlijk vindt, hoe hij de afstandsbediening monopoliseert. Dat vindt zij ook. Toch blijft ze zwijgen ieder keer weer. De moeder heeft haar eigen strategie: ze gaat weg. Dat weiger ik. Ja, ja je voelt het al: het wordt langzaam maar zeker een strijd. Onze degens kruisen elkaar op een avond dat de moeder er niet is. Niet in de keuken tenminste. Dochter en ik kijken televisie. Zoon komt binnen. Mijn hart begint al harder te kloppen wanneer ik zijn voetstappen hoor in de hal.  Zoon gaat zitten. Ik kijk allang geen tv meer, mijn ogen zijn gefixeerd op de afstandsbediening die zo’n beetje midden op de tafel ligt. ZOEFFFFFFFF. Het gaat supersnel. Zijn vingers op de afstandsbedienig, de mijne er bovenop. Geharrewar. Het ding valt op de grond en glijdt door totdat hij tot stilstand komt tegen een poot van het dressoir. Hij is uit elkaar gevallen. De battterijtjes liggen verspreid op de vloer. We kijken er alle drie naar. Stilte. Iemand moet…Zo kan hij niet blijven liggen. Wat als moeder, vader…Zoon staat als eerste op en verlaat de keuken. Dochter, die kleine judas, volgt hem op de voet. Ik dus? Moet ik? Niet. Geen denken aan.

In het holst van de nacht
Heb ik geslapen? Geen idee. Misschien een beetje. Het is een uur of twee in de nacht. Ik heb alles verkeerd gedaan, besef ik. In plaats van vredig observeren, ben ik als een activistische rebel de strijd aangegaan. Absoluut verkeerd. Toch voel ik me goed. Heel goed zelfs. Maar toch…Ik heb nog minstens een half jaar voor de boeg hier in het dorp. In dit huis, bij dit gezin. Er zit niets anders op, ik moet de zaak rechttrekken. Op mijn tenen door de donkere gang, de keuken in. Geholpen door de maan die recht naar binnen straalt, zoek ik de batterijen bij elkaar en stop ze terug in de afstandsbediening. Niets kapot gelukkig. Niet echt. Ik leg het ding terug waar het lag: in het midden van de tafel. Wanneer ik me omdraai om weer naar bed te gaan, zie ik een vluchtende schaduw op de muur. Ook hoor ik geluid. Dat was hij. Hij heeft staan kijken. De tiran heeft mij – ongetwijfeld vol binnenpret-  gade geslagen. Zeker weten, doe ik het niet en ik heb ik het nooit durven vragen maar zoiets voel je gewoon.

In februari 2023 verschijnt Dochter van mijn ziel bij uitgeverij Droomvallei. Een relatieroman over de duistere kanten van de liefde tegen de achtergrond van het dorpsleven op Sardinië.

One comment

Comments are closed.